Korte geschiedenis van de Marollen
Het hart van de Marollen ligt ten zuiden van het Justitiepaleis rond de Voorzorgsstraat, de Priestersstraat en de Montserratstraat (de vroegere Marollenstraat). De naam 'marol' verwijst naar de zusters Maricollen of apostolinnen, een religieuze orde die van 1660 tot 1715 in de wijk aanwezig was.
Leprozenhuis wordt ziekenhuis De wijk van de 'Marol' omvat het deel van Brussel dat tussen de Hoogstraat, de kleine ring en de achterkant van het Justitiepaleis ligt. In de wijk ligt het Sint-Pietersziekenhuisen de administratie van het OCMW van de Stad Brussel. Op hun plaats lag in de middeleeuwen een leprozenhuis, dat zou uitgroeien tot een algemeen ziekenhuis. Tweedehands kleding De 'Marollen', in het meervoud, zijn het zuidelijke gedeelte van de Vijfhoek. Het Vossenplein vormt het centrum van de wijk. Het plein heeft een lange geschiedenis. In de middeleeuwen was de handel vaak opgedeeld in 'nieuwe verkoop' en 'tweedehands verkoop'. In de 17de eeuw kwam er een nieuwe plaats voor de verkoop van tweedehands kleding in het zuiden van de stad, op de linkeroever van de Zenne. Bij de aanleg van de centrale lanen kwam het nieuwe Anneessensplein terecht op de plaats van de markt, die daardoor moest uitwijken naar de Marollen. Het Anneessensplein werd zo de 'oude oude markt', het Vossenplein de 'nieuwe oude markt'. Vossenplein en Place du Jeu de Balle Pas in de 19de eeuw begon de stedelijke ontwikkeling van het stadsgedeelte tussen de Hoogstraat en de Huidevettersstraat. Van 1839 tot 1844 was er een fabriek die locomotieven maakte in de Marollen: de fabriek van de 'Société du Renard'. De plaats diende later als tentoonstellingszaal en atelier voor de schilder Antoine Wiertz. In 1858 kwam er een nieuw plein op de plaats van de oude fabriek. In het Nederlands kreeg het plein de naam 'Vossenplein', naar de naam van de vlakbij gelegen Vossenstraat. In het Frans kreeg het plein de naam 'place du Jeu de Balle', naar de in die tijd nog heel populaire kaatssport ('jeu de balle' of 'balle pelote' in het Frans). Het plein werd in 1873 de 'nieuwe oude markt'. In het Brussels heet het Vossenplein ook 'Hirsch par terre', naar de naam van de grote luxewinkels 'Hirsch'. Het Vossenplein is nu de enige Brusselse marktmet antiek en brocante die elke dag open is. Ambachtelijk verleden Eén van de grote kenmerken van de Marollen is de sociale authenticiteit van de wijk. Voor de industriële revolutie was er vooral werk in het lager gelegen gedeelte, dicht bij de rivier. De namen van de straten daar herinneren dan ook aan de ambachtelijke industrie van de middeleeuwen. Het is ook daar dat de 3 symbolen van de Marollen vandaan komen: de Oude Markt (van het Anneessensplein tot het Vossenplein), de Berg van Barmhartigheid (van de Lombardstraat tot de Sint-Gisleinstraat) en het Justitiepaleis (van het Gerechtsplein tot het Poelaertplein). Sociale woningenVandaag zijn de Marollen een waar laboratorium voor de bouw van sociale woningen. Alle generaties zijn vertegenwoordigd in de wijk. In 1887 werd een fabriek in de Bloemistenstraat omgetoverd tot woningblok voor arbeiders. Voor de Eerste Wereldoorlog maakte architect Hellemans zijn 'Oude Blokken' tussen de Hoogstraat en de Blaesstraat en tussen de Pieremansstraat en de Sistervatstraat. In de Blaesstraat ontstond in de jaren 30 de Spiegelwijk. Na de Tweede Wereldoorlog werden de 'Nieuwe Blokken' gebouwd, ten zuiden van de 'Oude Blokken' in de Menslievendheidstraat. De gebouwen aan de voet van het Justitiepaleis, in de Radijzenstraat en achter de kleine kerk van de Brigitinnen dateren van de jaren 60. 'Verzaveling' van de Marollen Intussen zijn de Marollen wel een stuk moderner geworden, onder meer door de 'verzaveling'. Deze beweging wil de Zavel uitbreiden in de richting van de Marollen door het beeld en de sfeer in de wijk te veranderen. Elk volkscafé in de Marollen dat de deuren sluit, wordt overgenomen door een antiquair. Zo zijn de Marollen niet enkel meer een beeld van armoede. Inhoud afkomstig van De Stad Brussel |